Geschiedenis De parochie dateert van 1295, wanneer Ebbo Menolda goederen geeft ten behoeve van een kerkstichting. Ook al is er in de loop van de tijd veel gewijzigd, in het huidige gebouw is nog een en ander herkenbaar uit de begintijd, zoals de koorsluiting en het benedendeel van de toren. In verhouding tot de kerk lijkt de smalle toren, die niet bij de schipmuren aansluit, hierdoor in opzet eerder uit een oudere periode te stammen.
De lotgevallen van de kerk na circa 1450 tot diep in de 18e eeuw zullen beïnvloed zijn door leden van het geslacht Rengers, die sinds 1395 de borg Menolda [1] in bezit krijgen en na de Reformatie de collatie bezitten. In 1939 is in het koor een ingang gebroken.
Walfridus
De kerk van Hellum is net als die van Bedum gewijd aan Walfridus.
Walfridus of Wolfryt is een inwoner van Bedum geweest in de provincie en heeft geleefd in de 10e en mogelijk de 11e eeuw. Volgens zijn vita brengt Walfridus het christendom naar Bedum en zorgt hij voor een rechtssysteem. Ook maakt hij een begin met de verzwaring van de Wolddijk, de waterkering rondom Bedum. De oudste kerk in Bedum is naar hem vernoemd. De stichting van deze Walfriduskerk is verbonden met de herbegraving van Walfridus tussen 1025 en 1050[2].
Afmetingen
De kerk is georiënteerd op het noorden met een afwijking van 7 graden en ligt met de noord- en zuidzijde aan een ruim kerkhof. Zij vormt een gepleisterd gebouw, dat aan de achterkant gesloten is met negen zijden van een regelmatige twintighoek. De binnenwerkse lengtemaat bedraagt in de as 25,80 meter en wisselt in de breedte tussen 7,85 en 8,20 meter; de muurdikte varieert van 0,90 tot 1 meter. Het muurwerk gaat op tot 7,20 m. boven het huidig niveau van het kerkhof. Bij het afvallen van stukken bepleistering in 1939 schijnen de buitenmuren van schip en koor uit afwisselende lagen tuf en baksteen te bestaan, waarachter een vulling van gietwerk aanwezig is.
Toren
Aan de westzijde staat een toren, die aan de zuidzijde 4,28 meter uitspringt terwijl dit aan de smallere west muur aan de andere kant 4,34 meter is. De frontbreedte bedraagt 5,40 meter Deze is tot ongeveer 10,75 meter boven de vloer opgetrokken uit afwisselende lagen tuf en baksteen. De tuf bestaat uit onregelmatige blokken van 10 à 11 cm dik en de baksteen heeft een maat van 29,5 x 8,5 cm.; de smallere muren daarboven zijn gemetseld met machinale, Groninger bakstenen. Het bovendeel van de toren heeft een uitspringende, houten bekroning die bestaat uit een vierkant onderstuk en een van vier- tot achtkant ingesnoerde naaldspits.
Exterieur
Onder het westelijk deel van de noordelijke schipmuur zijn een paar veldkeien van de fundering zichtbaar en onder het midden van de koorsluiting een grote kei. Het lage, met grijze pannen belegde zadeldak van de kerk en het bovendeel van de toren moeten dateren uit de tweede helft van de 19e eeuw; ofschoon een gedichte doorgang van een vroegere kerkzolder boven het huidige kerkdak, erop wijst dat het kerkdak jonger is dan het bovendeel van de torenmuren.
Volgens Van der Aa is de kerk in zijn tijd nog niet gepleisterd, is het terrein er om heen iets minder hoog en bestaat de hele fundering uit zware keien. Hij deelt verder mee dat aan de koorsluiting veel tufsteen te zien is, doch weinig aan de rest van de kerk, die duidelijk uit latere tijd stamt.
Plattegronden van de verschillende bouwstadia. Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Volgens opgave voor de ‘Statistiek der Commissie van Onderwijs’ komt zeer weinig tuf van ongelijke grootte aan de kerk voor. De toren, die volgens van der Aa oorspronkelijk een spits bezit, is volgens het ankerjaartal op zijn westgevel in 1646 onder het pannendak van de kerk gebracht.
Afb. links: Tekening van de voormalige losstaande toren en de tekst 'Oude toren van Hellum opgebouwd in de 13e eeuw afgebroken in 1872. Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Onbekende auteur.
Voormalige toren
Tegelijkertijd daarmee is er ten noorden aan de rijweg een klokkentoren gebouwd die er op dit moment niet meer staat. De heren A. de Haan en A. Klimp, landbouwers te Schildwolde en Hellum bezitten tekeningen van deze in 1872 afgebroken toren. De heer E. Bouwman, caféhouder in Hellum, bezit een kopie van deze wat flauwe tekening. De bedoelde toren doet zich daarop merkwaardigerwijze voor als een traditioneel-Groningse uit de gotische periode. Het gaat om een betrekkelijk laag, vlak opgaand vierkant bouwwerk met rondbogige spaarnissen, waarvan de galmgaten spitsbogig zijn. Het bouwwerk wordt afgesloten door een zadeldak tussen sluitgevels; deze laatsten worden dan verlevendigd door vijf, met klimmende spitsboogjes gedekte velden.
Ook het jaartal 1795 op de imposten van de toreningang waardoor men de kerk betreedt, moet op veranderingen duiden. De sluitsteen draagt de alliantiewapens -Rengers en -Lintelo (zie foto hieronder).
Zijmuren en vensters
In de zijmuren van de kerk bevinden zich drie grote, niet-oorspronkelijke rondboogvensters. De koorsluiting heeft behalve aan de zuidelijkste zijde nog lisenen en kleine, gedichte spitsboogvensters of nissen. Inwendig is het oostelijk kerkgedeelte door een schot van de kerkruimte afgescheiden en vlak boven de vensters is een laag houten plafond gelegd, waarin een opening voor het bovenstuk van het orgel is gelaten. Dat laatste kom je wel vaker tegen bij Groninger kerken.
De Nederlands Hervormde Kerk en haar toren behoren aan de Nederlands Hervormde gemeente.
Tot de kerk behoren de volgende meubels en andere voorwerpen:
Avondmaalsbeker
Wapens: Rechts: Rengers [2]. Links: Van Ittersum.
N.B. Groninger keur 3/K [= 1663/1664]. Anna Margaretha Rengers, overleden 20 mei 1663, weduwe Hero Maurits Ripperda, dochter van Edzard Rengers en Anna van Ittersum. Zie: GDW, nr. 1927.
GDW, blz. 373, nr. [1929].
Avondmaalsschotel FOKKO KNIPHUISEN, PREEDIKANT TOT HELLEM, 1804.
N.B. Tin.
GDW, blz. 373, nr. [1928].
Herenbank
Wapen MEENNOLDE: Doorsneden: A. blauw; B. goud. Dekkleden: blauw en goud.
N.B. Niet meer aanwezig. Tekening wapen Menolda, c. 1640, met bijschrift: „Wapen staet an de stoel tot Helium inder kereke ende neet tot Woltersum". Zie: RAG, Archief Farmsum, inv. nr. 943.
GDW, blz. 115, nr. [364].
Banken
[1926] Wapen: Doorsneden: A. blauw; B. zilver. Dekkleden: blauw en zilver [Menolda]. N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: RAG, Archief Farmsum, inv. nr. 943: „staet an de stoel tot Helium in de kercke", 1640.373
GDW, blz. 372, nr. [1926].
[1927] Wapens, tussen twee mannelijke engelen: Rechts: Ripperda. Links: Rengers [21.
N.B. Hero Maurits Ripperda, overleden 21 juni 1633, begraven Farmsum, gehuwd Anna Margaretha Rengers, overleden 20 mei 1663, begraven Helium. Zie: RIP, Blatt 3, Nr. 138.
GDW, blz. 373, nr. [1927]. Zie foto hierboven.
Rouwborden
[365] AN. 1568. UP AVENDE MARTINI, STARF DER EDELER UND ERENTVESTER FRANS RENGHERS, GEBORENER VAN DEN POSTE, THO HELLEM, SCHILTWOLDE EN SYDEBUREN IN DUURSWOLT HOEFLING.
Wapen: Rengers [2]. Helmteken: een vlucht van blauw en goud, de blauwe vleugel zowel voor als achter beladen met een gouden dwarsbalk. Dekkleden: blauw en goud.
N.B. Gebeeldhouwd, oorspronkelijk met fluweel omhangen, vervaardigd Emden 1587. Zie: J. A. Feith en H. Brugmans. De kroniek van Abel Eppens tho Equart. Deel 2. Amsterdam 1911. Blz. 474 en 487. Afgebeeld: GDW, plaat VI. OGK, blz. 57. Sterfdag 10 november.
GDW, blz. 115, nr. [365].
[366] A° 1582, DEN 15 DACH AUGUSTI, STARF DER EDELER UNDE ERENTVESTER EGBART RENGHERS VAN HELLEM, THO HELLEM, SCHILTWOLDE UNDE SYDEBUREN IN DUURSWOLD HOEFLING.
Wapen: Rengers [2]. Helmteken: een vlucht van blauw en goud, de blauwe vleugel beladen met een gouden rechterschuinbalk. Dekkleden: blauw en goud.
N.B. J. A. Feith en H. Brugmans. De kroniek van Abel Eppens tho Equart. Deel 1. Amsterdam 1911. Blz. 318. Sterfdag 28 augustus 1581. Afgebeeld: GDW, plaat VI.
GDW, blz. 115, nr. [366].
[1930] ANNO 1630.
Wapen en helmteken: Van Ittersum. Dekkleden: rood en goud.
N.B. Afgebeeld: OGK, blz. 66. Anna van Ittersum, overleden Hellum 5 januari 1630, weduwe Edzard Rengers. Zie: GHB, 1910, blz. 356-360. GDW, blz. 373, nr. [1930].
Deuromlijsting
Wapens, vergezeld van het jaartal 1795: Rechts: Rengers [2]. Links: Lintelo [1].
N.B. Duco Gerrold van Burmania Rengers, op Farmsum enz., en Jeannette Gabrielle van Lintelo. Zie: NLW, 1939, k. 117. GDW, blz. 372, nr. [1922].
Zwartgeverfde en vergulde eiken preekstoel (1759, volgens het jaartal onder de lessenaar, pl. XLII, 2); op het middenveld van de kuip, die met een rijk zwaar Lodewijk XIV-ornament is versierd, het wapen-Rengers.
Wapen: Rengers van Farmsum. Schildhouders: twee leeuwen.
N.B. Onder lessenaar: ANNO 1759, Afgebeeld: MON, plaat XLII, nr. 2; GRK, 4 (1987) 107. Lammert Schotto Rengers, heer van Farmsum en collator te Helium. Zie: RAG, Archieven hoge justitiekamer, inv. nr. 2571, blz. 363. Toegeschreven aan opvolgers van Casper Struiwig. GRK, 4 (1987) 109-110.
GDW, blz. 372, nr. [1924].
Orgel
In 1819 geheel vernieuwd; opnieuw in 1861?, met aan de binnenzijde beschilderde kastdeuren.
Wapens, vergezeld van het jaartal MDCLXI: Rechts: Ripperda. Links: Rengers [21].
N.B. Opgeborgen. Mededeling. Hero Maurits Ripperda en Anna Margaretha Rengers, zie: GDW, nr. 1927.
GDW, blz. 372, nr. [1925].
Zerk met rijk gebeeldhouwd wapen in cartouche-omlijsting voor Anna Margaretha Ripperda-Rengers (†1663), onder de houten koorvloer verborgen.
Naast de toren een fragment met de wapens -Rengers en -Ten Water
Rond gebeeldhouwd rouwbord voor Frans Rengers (†1562),
waaronder een cartouchebordje met opschrift, in middellijn binnen de lijst 54 en er buiten 59,5 cm., totale hoogte 72 cm.; een rond geschilderd bord voor Egbert Rengers († 1582), in middellijn binnen de lijst 51 en daar buiten 58 cm., totale hoogte 75 cm.; en een soortgelijk bord voor Anna van Ittersum († 1630). (zie ook de foto en de tekst verder naar boven).
Gladde zilveren beker
de voet afgesloten door een gevlochten rand, waarop het gegraveerde wapen-Rengers-Ittersum, en gemerkt: 3/K en H(?)M aaneen (Groningen 1665, Henrick Muntinck?, hoog 20,4 cm.
Tinnen, achtkantige schotel
met middellijn van 31,5 cm., de rand versierd met Lodewijk XIV-achtig ornament, op welks achterzijde staat Fokko Kniphuisen en predikant tot Hellum 1804. Fokko Kniphuisen is predikant geweest van 1784 tot 1804.
Klok
In de toren hangt een klok, in middellijn 129 cm. en hoog 108 + 22 cm. Het randschrift in gotische minuskels, dat geopend wordt door drie figuurtjes, luidt ‘an̄o dn̄i mccc xcvi p die johānis an̄ portā latinam’. Onder het opschrift staan in ruitvormige opstelling vier heiligenfiguren in reliëf, de bovenste stelt O.L. Vrouwe voor.
A° 1620. HERO MORITZ RIPPERDA, THO FERMSUM, DAM, HELLEM, SCHILTWOLDA, SIDDEBUREN UNDE OESTWOLDE JUNCKER UNDE HOVETLING, UNICUS COLLATOR ECCLESIAE HELMENSIS, HINRTCUS BAEN, PASTOR, TAMME NANTKENS, HEINE BERENTS, IN DER TYT KERCKVOEGDEN, ME RENOVARI FECERUNT. IOHANNES SYMON ET ANTHONIUS FILUS ET PETRUS IOLY, GALLI, ME FECERUNT.
Wapens en helmtekens: Rechts: Ripperda. Links: Rengers [2].
N.B. Sedert 1872 niet meer aanwezig. Afgebeeld: HMD. Zie: GDW, nr. 1927.
GDW, blz. 372, nr. [1923].
- Van der Aa vermeldt meer klokken, waarvan één met de beeltenis van H. Warnfridus.
- Watermolen op de Tatjehornerpolder, ten noorden van het Schildmeer, in de z.g. ‘Tatjehörn’, gebouwd in 1834, ter vervanging van een verplaatste molen. Achtkante bovenkruier met schroef, riet op houten onderstuk, rieten kap.
... CKER EDSART REN[GER]S TOT HELLEM, SCHILTWOLDE UNDE SIDDEB ... [S]INES OLDERS ... VERSTORVEN ...
Wapen: Onherkenbaar. Helmteken: Rengers [2].
TEGEN DE DOOT IS GREEN SCHILT / DA[E]ROM LEVET, SOO GIlY STERVEN WILT.
ANNO 1630, DEN 5 JANUARII, STARF DIE WOLEDLE EHR UNDE DUEGETRIKE ANNA VAN ITTERSUM GENANT RENGERS THO HELLEM, SCHILTWOLDE UNDE SIDDEBUR ... E, HARES OLDERS 63 JAREN.
Wapens: Rechts: Van Ittersum. Links: Mulert. Helmteken: Van Ittersum.
ROMEIN. 14, VERS 8. LEVEN WY, SOO LEVEN WY DEN HERE, STERVEN WY, SOO STERVEN WY DEN HERE.
DE TYT IS KURT, DE DOOT IS SNEL. [W]ACHT U VAN SONDEN, SOO SOFT GHY WEL.
N.B. Bijeen gezocht van verspreid liggende scherven. Edsart Rengers, overleden 8 mei 1626. Zie: GHB, 1910, blz. 260.
N.B. Sedert c. 1967 niet meer aanwezig. Johannes Theodori, predikant Helium, overleden 9 mei 1657. Zie: RAG, Archief classis Appingedam, inv. nr. 11. Een Theodorus Rudolphi was predikant Ten Boer 1628-1663. Zie: NGP, blz. 163.
ANNO 1663, DEN 20 MAY, STARF DE HOCHEDELGEBOHRNE VROU ANNA MARGARETHA GEBOHRNE RENGERS, WEDUWE RIPPERDA, VROU TOT FARMSUM ENDE DAM, ERFDOCHTER TOT HELLEM, SCHILWOLDE, SIDDEBUREN EN OSTWOLT, HARES OLDERS 63 JAHREN.
Wapens: Rechts: Rengers [2]. Links: Van Ittersum. Helmteken; Rengers [2].374
Bijbelteksten: Psalm 116:15. Ezechiël 37:12 [SIST ICK SAL UWE GRAVEN OPENEN EN SAL ir UYT UWE GRAVEN DOEN OPKOMEN].
N.B. Weduwe Hero Maurits Ripperda. Zie: GDW, nr. 1927.
HIER RUST DE WELEERWAARDE HEER FOCCO KNYPHUISEN, LAAST PREDIKD. TE HELLUM, GEBR. DEN 18 MAY 1722, GESTR. DEN 7 JANUARY 1804. ROERT MYNE BEENDEREN NIET.
ANNO 1813, DEN 31 MAY, IS OVERLEDEN HYKE DERKS, HUISVROUW VAN E. M. R. HUISMAN, OUD 26 JAAR EN 7 MAAND.
AL BREEKT OOK D' ECHTE BAND / DE LIEFD' HOUDT EEUWIG STAND.
N.B. Vrouw van Eppo Martens Remkes Huisman. Zie: akte van overlijden.
Enkele (delen van) grafzerken, waaronder die van predikant Jan J. Jansonius, overleden 4 mei 1815. Predikant van 1809 tot 1815.
De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed omschrijft de kerk als volgt
De oorsprong van de kerk gaat terug tot de 11e eeuw. In de 13e eeuw is de kerk herbouwd op oudere fundamenten. In het interieur onder meer een preekstoel met klankbord (18e eeuw), orgel door Lohman met balustrade (1661/ 1819), twee fragmenten van zandstenen grafzerken. Tijdens de restauratie in de periode 1963-1966 zijn betonnen versterkingen aangebracht.
De oorsprong van de toren gaat terug tot de 12e eeuw. In de 16e eeuw is het bovendeel gewijzigd. In de 19e eeuw is de spits toegevoegd (1872).
In de toren een klokkenstoel met klok Zeghebodus (1396). Mechanisch uurwerk Van Bergen Midwolda (1900).
De monumentale waarde van het rijksmonument is gelegen in de ouderdom en de historische gelaagdheid van de kerk, de samenhang tussen kerk en toren, de toegepaste materialen, constructie en detaillering uit de verschillende perioden. De kerk is een Rijksmonument nr. 33810 sinds 29 juni 1973[3].
Openmonumentendag
Op de website van Openmonumentendag.nl staat het volgende omschreven over de kerk:
Rond het jaar 1100 is er voor het eerst in Hellum een kerk gebouwd. Het kerkgebouw heeft een vrij ingewikkelde bouwgeschiedenis. Tot 1295 zijn minstens vier bouwfases te onderscheiden (zie tekening verder naar boven). In de periode 1961–1966 is de kerk ingrijpend gerestaureerd. De kerk is ontdaan van pleisterwerk, de toren blijft wel gepleisterd.
De basis van kerk en toren bestaat uit een laag van twee tot vier zwerfkeien. Tijdens de restauratie zijn maar liefst dertien sarcofagen (stenen doodskisten uit de middeleeuwen) gevonden in de muren. Zowel binnen als buiten zijn een paar van de in de muren gebouwde sarcofagen zichtbaar gelaten. Eén van de gevonden sarcofagen is in het koor rechtop gezet en doet dienst als doopbekkenhouder (zie foto). Men komt de kerk binnen aan de kant van de toren. In 1872 is de toren vernieuwd. In 1997 is de kerk aan de binnenkant opnieuw wit bepleisterd en voorzien van nieuwe vloerverwarming.
Het orgel
Het orgel is het oudste binnen de gemeente Slochteren en ook één van de oudste orgels in de provincie. De kast heeft houtsnijwerk uit de Gotische periode. Het pijpwerk dateert merendeels uit de 16e eeuw. in 2015 is het orgel helemaal gerestaureerd bij Bakker en Tamminga in Leeuwarden
Enkele oude grafstenen teruggevonden
De werkgroep ‘Hellum Kern’ heeft in samenwerking met Landschapsbeheer Groningen en de gemeente Slochteren gewerkt aan het behoud van het kerkterrein. Oude gebroken grafstenen zijn gelijmd en de letters op de stenen zijn geschilderd. Ook zijn nog enkele oude gebroken grafstenen teruggevonden onder de graszoden en in de fundamenten van een afgebroken fietsenhok, zijn herplaatst. Het muurtje dat dienst doet als afscheiding tussen kerkterrein en straat is opnieuw gemetseld, evenals de trapopgang (zie foto hieronder).
In de kerk treffen we unieke rouwborden aan. Het zijn de oudste bewaard gebleven rouwborden in de provincie Groningen. Bovendien zijn ze rond en dit is uniek. Op rouwborden zijn vaak de sterfdatum, de titel en de naam van de persoon vermeld, maar wel heel belangrijk is het familiewapen. Dit wapen laat zien dat het een persoon van aanzien en macht is geweest. Deze borden zijn van Frans Rengers en zijn zoon Egbert Rengers. Op beide borden het wapen: blauw met een gouden dwarsbalk en twee rozen boven de dwarsbalk en één eronder. Het geslacht Rengers heeft gewoond op de Menoldaborg in Hellum. Frans Rengers overlijdt in 1568. Zijn zoon Egbert overlijdt in 1581. Een derde rouwbord in de kerk heeft een ruitvorm. Dit is van Anna van Ittersum. Zij is overleden in 1630[4].
Het Hellums Paasspel
Het Hellums Paasspel is gebaseerd op een voor Nederland uniek, 12e-eeuws handschrift van een missaal, dat waarschijnlijk in gebruik is geweest in de St. Walfriduskerk van Hellum en bewaard wordt in Museum Catharijneconvent te Utrecht.
Hellums Paasspel
De traditie van paasspelen dateert uit de 10e eeuw en kan worden beschouwd als de oudste vorm van muziektheater in de westerse wereld. Het is gebaseerd op het liturgische gebruik om het kruisbeeld van Christus op Witte Donderdag en Goede Vrijdag op te bergen als metafoor voor zijn afwezigheid na de kruisdood. Op paasochtend wordt het kruisbeeld dan weer tevoorschijn gehaald. Dit paasspel handelt om de dialoog van de drie Maria’s bij het graf van Christus. Zij zien verbaasd dat de steen voor het graf al is weggerold en dat het graf leeg is. Engelen brengen hun de boodschap dat Christus verrezen is. Daarna volgen scènes van hollende apostelen naar het graf, het tonen van de zweetdoek en tenslotte is er een afsluitend Te Deum. Het spel is geregisseerd door de Groningse regisseur Ben Smit.
Het ensemble bestaat uit vijf zangeressen: Nancy Mayer, Marian van der Heide, Mariana Pimenta, Mariela Anazco en Alice Boccafogli. Zij worden begeleid door Tomas Flegr op een middeleeuws carillon en Jankees Braaksma op het Rutland orgel, een replica van een middeleeuws orgel dat in 1999 is gebouwd door de Winschoter orgelbouwer Winold van der Putten.
Jankees Braaksma (blokfluit, middeleeuws orgel, leiding) heeft blokfluit gestudeerd aan de conservatoria te Groningen en Amsterdam. Met een stipendium van de stad Groningen heeft hij middeleeuwse muziek gestudeerd aan de Schola Cantorum Basiliensis in Bazel (Zwitserland). Behalve blokfluitist is Jankees bespeler van drie door de orgelbouwer Winold van der Putten gebouwde portatieven (kleine draagbare orgels uit de periode 1300-1450) en een in 1999 door Winold van der Putten gereconstrueerd blokwerkorgel uit de 13e eeuw, dat tijdens dit concert te beluisteren is geweest.
Over het manuscript zelf
Het 12de-eeuwse missaal is één van de zeer bijzondere vroege handschriften uit de collectie Museum Catharijneconvent. Waar het geschreven is, Utrecht, Groningen of Münster, is onduidelijk. Opmerkelijk is dat in het Proprium Sanctorum, of Eigen der Heiligen (op 22 juni), drie gebeden zijn opgenomen tot de heilige Walfridus, een heilige die eigenlijk alleen in het noorden van ons land, met name in Bedum, vereerd is geweest. Een klein detail in het handschrift verraadt iets van de geschiedenis van het boek. Een Latijnse inscriptie die zich laat vertalen als 'Folker, pastoor te Hellum maakt bekend ...' geeft aanleiding tot de gedachte dat het boek in de kerk van Hellum gebruikt is. Wellicht is het zelfs voor die kerk geschreven, want naast de kerk in Bedum is de kerk van Hellum de enige Walfriduskerk van ons land.
Deze is gesticht aan het einde van de 11e of het begin van de 12e eeuw. Bijzonder is het missaal ook vanwege een Paasspel dat is opgenomen in de tekst voor de zondag van Pasen (f. 45v). Beschreven wordt hoe men tijdens het spel in processie met wierookvaten naar het graf, een rustaltaar, is gegaan en terug is gekomen met de eucharistische gaven, een linnen doek en een kruis dat driemaal, telkens hoger, wordt opgeheven. Daarbij wordt gezongen ‘Christus Dominus surrexit’ (Christus de Heer is verrezen).
Dit Paasspel is verwant aan een Duitse traditie, de zogenaamde Jüngerlauf, die in het bisdom Utrecht geen invloed schijnt te hebben gehad. Het missaal zou dus in het Groningse deel van het bisdom Münster geschreven kunnen zijn. Op het rechterblad is later een bewerking van de Paassequentie ‘Victimae Paschali laudes’ toegevoegd op een notenbalk: ‘Virginis Mariae laudes...’ (f. 46rb).
Het Hellums Paasspel is door Super Librum eerder uitgevoerd in 2001 in het Groninger Museum, in 2017 in Aduard en in 2022 in Garmerwolde en Hellum.
Het wordt beschreven in het in 2013 verschenen boek (met CD) Klinkende Klei - Middeleeuwse muziek uit Groningen en Ommelanden door Everhard Huizing & Jankees Braaksma.
De muziek van het Paasspel is door Super Librum uitgebracht op CD en kan op de meeste internetfora als Spotify en ITunes worden beluisterd.
In 1985 heeft hij het Groninger ensemble voor middeleeuwse muziek ‘Super Librum’ opgericht. De naam ‘Boven het Boek’ verwijst naar de kunst van het improviseren op een niet letterlijk uitgeschreven notenbeeld. Met dit ensemble heeft Jankees Braaksma op veel Europese oude muziekfestivals opgetreden en heeft hij een tiental Cd-opnamen gemaakt. Voor meer informatie over het ensemble kijkt u op www.superlibrum.nl.
Dit concert is mede mogelijk gemaakt door bijdragen uit de Stichting J.B. Scholtenfonds en Kunstraad Groningen en is voor het laats opgevoerd te Groningen ’s avonds op 7 april 2023 in de Akerk. (Bron Hellums Paasfeest: Kerkalspodium.nl).
Noten: 1 De Rebben Menoldaheerd met heet bijbehorende stenen huis en de daaraan verbonden heerlijke rechten worden vermeld in 1459, als deze bezittingen in handen zijn van de familie Rengers van Scharmer. De borg wordt later bewoond door dorpsheer Frans Rengers (ov. 1568), aan wie een rouwbord in de kerk herinnert. De borg met het schathuis, twee schuren en een ‘heerlijck’ bos komen vervolgens in de 17e eeuw in handen van de familie Ripperda. Aan het bezit zijn de rechtspraak in Hellum en half Schildwolde en het benoemingsrecht van de predikant van Hellum verbonden. Het gebouw is vóór 1745 gesloopt en de grachten zijn rond 1900 gedempt.
Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres (zie rode balk boven). Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.